De Wpg in de praktijk voor Boa’s

De Wet politiegegevens (Wpg) is van groot belang voor zowel de bescherming van de privacy van burgers als voor de juiste uitvoering van opsporings- en handhavingstaken door de overheid. Gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) spelen in dit kader een belangrijke rol, omdat zij dagelijks werken met persoonsgegevens van burgers, bijvoorbeeld in het kader van toezicht op openbare orde of het handhaven van gemeentelijke regels.

Maar hoe werkt de Wet politiegegevens nu precies in de praktijk bij gemeentelijke BOA’s? En welke gevolgen kan dit hebben voor zowel de betrokkenen als de overheid? In deze blog post kijken we naar enkele praktische voorbeelden en casestudy’s die de toepassing van de wet verduidelijken.

Wat is de Wet politiegegevens voor gemeentelijke BOA’s?

De Wet politiegegevens regelt de verwerking van persoonsgegevens door opsporings- en handhavingsinstanties, zoals de politie en gemeentelijke BOA’s. De wet stelt duidelijke regels over welke gegevens verzameld mogen worden, voor welk doel, en hoe lang deze bewaard mogen worden. De BOA’s verzamelen gegevens wanneer zij bijvoorbeeld boetes uitschrijven, onderzoeken doen naar overlast of misdrijven, of toezicht houden op naleving van gemeentelijke regels.

Praktijkvoorbeeld 1: Handhaving van de parkeerregels

Situatie: Een BOA in een middelgrote stad heeft een boete uitgeschreven voor het verkeerd parkeren van een voertuig op een parkeerplaats voor gehandicapten. De BOA noteert het kenteken van de auto, de locatie, en de datum van de overtreding.

Toepassing van de Wpg: Volgens de Wet politiegegevens mag de BOA deze gegevens enkel verzamelen omdat de boete een overtreding van de openbare orde betreft, waarvoor gegevensverwerking noodzakelijk is. De gegevens over de overtreding, zoals het kenteken en de datum, moeten worden geregistreerd voor administratieve en handhavingsdoeleinden. Ze mogen echter alleen bewaard worden zolang dat nodig is voor de administratieve afhandeling van de overtreding.

Gevolgen voor de burger: De gegevens van de burger (zoals het kenteken en de boete) worden door de BOA verwerkt en opgeslagen in het systeem van de gemeente. De burger heeft echter recht op inzage in de gegevens die over hem of haar zijn verzameld. Als de BOA bijvoorbeeld onterecht gegevens heeft verzameld of bewaard, kan de burger dit melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens.

Gevolgen voor de BOA: De BOA is verplicht om de privacy van de burger te respecteren. Dit betekent dat de BOA alleen die gegevens mag verzamelen die strikt noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak. Het is niet toegestaan om extra gegevens vast te leggen of de gegevens langer te bewaren dan nodig is voor de boeteverwerking.

Praktijkvoorbeeld 2: Overlastmeldingen en identificatie van verdachten

Situatie: Een BOA ontvangt meerdere meldingen van overlast door een groep jongeren die ’s avonds laat in een wijk rondhangen. De BOA spreekt de jongeren aan en vraagt naar hun gegevens, zoals naam, adres, en geboortedatum, in het kader van een onderzoek naar mogelijk crimineel gedrag.

Toepassing van de Wpg: Volgens de Wet politiegegevens mogen BOA’s in dit geval persoonsgegevens verzamelen als er een concreet verband is met een misdrijf of overtreding. Als de jongeren daadwerkelijk verdacht worden van crimineel gedrag, mag de BOA persoonsgegevens verwerken om te kunnen handelen in overeenstemming met de wet. De gegevens moeten echter wel proportioneel zijn; dat wil zeggen dat de BOA alleen de gegevens mag verzamelen die strikt noodzakelijk zijn voor het onderzoek. Het verzamelen van bijvoorbeeld adresgegevens mag alleen als dat noodzakelijk is voor het verdere onderzoek naar de overlast.

Gevolgen voor de burger: De jongeren in deze situatie kunnen zich ongemakkelijk voelen over het verstrekken van hun gegevens aan een BOA. De wet beschermt hen echter door te eisen dat de BOA hen goed informeert over het doel van het verzamelen van persoonsgegevens en de bewaartermijn. Ze hebben ook het recht om bezwaar te maken tegen de gegevensverwerking, bijvoorbeeld als zij denken dat de verzameling van hun gegevens onterecht was.

Gevolgen voor de BOA: De BOA moet ervoor zorgen dat de verzamelde gegevens alleen worden gebruikt voor het specifieke doel van de handhaving of het onderzoek. Ze moeten de privacy van de jongeren respecteren en de gegevens niet verder delen met anderen zonder wettelijke grondslag.

Praktijkvoorbeeld 3: Opsporing van illegale afvaldumping

Situatie: Een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) in een gemeente krijgt meldingen van herhaaldelijke illegale afvaldumping in een natuurgebied. De BOA constateert op een controleplek dat een specifiek voertuig herhaaldelijk betrokken is bij deze overtredingen. De BOA legt een rapport op waarin het kenteken van het voertuig, de datum en de locatie van de overtredingen, en de beschrijving van de verdachte daden worden genoteerd.

Toepassing van de Wpg: In dit geval mag de BOA de gegevens van het kenteken en de betrokken locatie en datum vastleggen, omdat dit noodzakelijk is voor het onderzoek naar de overtredingen en de handhaving van de gemeentelijke regels tegen illegale afvaldumping. De Wet politiegegevens staat het verzamelen van deze gegevens toe, maar slechts onder de voorwaarde dat het doel van de gegevensverwerking rechtmatig en proportioneel is.

Als de BOA het kenteken van het voertuig in een databank zou invoeren, bijvoorbeeld om te controleren of het voertuig vaker betrokken is bij andere overtredingen, moet dit strikt binnen de grenzen van de wet gebeuren. De BOA mag deze gegevens alleen gebruiken om te achterhalen wie verantwoordelijk is voor de afvaldumping, en de gegevens moeten veilig worden opgeslagen.

Gevolgen voor de burger: Het voertuig in kwestie behoort waarschijnlijk tot een particulier of bedrijf, en de eigenaar kan zich ongemakkelijk voelen over de verwerking van hun voertuiggegevens, vooral als ze niet direct verantwoordelijk zijn voor de overtreding. In dit geval moeten de gegevensverwerkingspraktijken van de BOA voldoen aan de vereisten van de Wet politiegegevens: de betrokkenen moeten duidelijk worden geïnformeerd over het doel van de gegevensverwerking, en ze hebben recht op inzage en correctie van de verzamelde gegevens. Ze kunnen ook bezwaar maken tegen de verwerking als zij denken dat dit onterecht is.

Gevolgen voor de BOA: De BOA moet zorgvuldig te werk gaan bij het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens, zoals het kenteken van het voertuig. De BOA is verplicht om enkel die gegevens te verzamelen die noodzakelijk zijn voor het onderzoeken van de overtreding en mag deze gegevens niet voor andere doeleinden gebruiken, zoals profilering van de voertuigbezitter zonder concrete redenen. Ook moet de BOA ervoor zorgen dat de verzamelde gegevens niet langer worden bewaard dan nodig voor het afhandelen van de overtreding (bijvoorbeeld het opleggen van een boete of het starten van een proces-verbaal).

Conclusie

De Wet politiegegevens (Wpg) heeft vergaande gevolgen voor de manier waarop gemeentelijke BOA’s omgaan met de persoonsgegevens van burgers. In alle bovengenoemde casestudy’s wordt duidelijk dat BOA’s zorgvuldig moeten handelen bij het verzamelen, verwerken en bewaren van persoonsgegevens, en altijd moeten blijven binnen de grenzen die de wet stelt.

Voor burgers betekent dit dat ze recht hebben op inzage, rectificatie en verwijdering van hun gegevens, en dat ze beschermd zijn tegen ongeoorloofde opslag of gebruik van hun gegevens. Voor de BOA’s betekent het dat ze verantwoordelijkheid moeten nemen voor de gegevens die ze verzamelen en zorgvuldig moeten omgaan met de privacy van de burgers waarmee ze in contact komen.

De Wet politiegegevens zorgt er zo voor dat er een balans is tussen effectieve handhaving en de bescherming van de privacy van burgers. Het is belangrijk voor zowel de handhavers als de burgers om zich bewust te zijn van deze wet en de rechten en verplichtingen die eraan verbonden zijn.

Benieuwd hoe onze WPG Awareness cursus jouw organisatie vooruit kan helpen?

© 2024 WPG Direct. Alle rechten voorbehouden.