Een boa draagt als het ware twee petten: één voor toezicht en één voor opsporing.
Toezicht: Toezicht staat aan het begin van alle handhavingsacties. Als boa heb je je AVG-pet op als je persoonsgegevens verwerkt voor toezichtstaken. De verwerking van persoonsgegevens in deze fase moet plaatsvinden onder de regels van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Denk hierbij aan het uitvoeren van handhavingstaken van verkeersvoorschriften.
Opsporing: Opsporing is gericht op de strafrechtelijke afdoening van strafbare feiten. Het is gericht op het vinden van een verdachte, dan wel vaststellen dat er (g)een strafbaar feit is gepleegd. Denk bij opsporing bijvoorbeeld aan:
- het vaststellen van een verkeersovertreding zoals foutparkeren;
- het vaststellen dat geluidsoverlast is veroorzaakt en het overgaan tot het opmaken van een proces-verbaal;
- het vaststellen dat er sprake is van een overtreding in de openbare ruimte en het overgaan tot het uitschrijven van een boete via een combibon.
De verwerking van persoonsgegevens in deze fase moet plaatsvinden onder de regels van de Wpg. Hierbij draagt een boa dus zijn Wpg- pet.
Domein 1: het handhaven van verkeersvoorschriften is geen opsporing omdat dit onder het bestuursrecht valt. Om die reden valt deze verwerking onder de AVG.